Deze vraag werd mij onlangs in een bepaalde kwestie voorgelegd. Na enig onderzoek werd mij al vrij snel duidelijk dat zowel de bestuursrechter als ook de civiele rechter zich meerdere keren over dit onderwerp hebben uitgelaten. Het komt dus vaker voor dat er “ruis” op de lijn ontstaat en van onjuiste verwachtingen wordt uitgegaan. Bijvoorbeeld bij bouwwerkzaamheden of horeca-achtige activiteiten.
De afstand tussen burger en de gemeentelijke overheid is de afgelopen decennia behoorlijk verkleind, waardoor de contacten ook steeds minder formeel van aard zijn. Het vertrouwensbeginsel blijft echter onverkort van toepasing. Dit beginsel is een van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en schrijft voor dat een burger erop moet kunnen vertrouwen dat een bepaalde toezegging van een bestuursorgaan ook daadwerkelijk nagekomen wordt. Maar hoe sterk is dat beginsel dan?
Uit de bestuursrechtelijke rechtspraak volgt dat er voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel sprake moet zijn van “…een aan het bestuursorgaan – in ons geval Burgemeester, Gemeenteraad en/of College van B&W - toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezegging, gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend”.
De toezegging moet dus gedaan zijn door een daartoe bevoegd persoon of orgaan. Een dergelijk bevoegd persoon kan de Burgemeester of een wethouder zijn, tenzij het een kwestie betreft dat onder de bevoegdheid van de Gemeenteraad valt. Dan is de Raad bevoegd. Het kan ook zijn dat het bevoegde bestuursorgaan de bevoegdheid aan een ander (een ambtenaar bijvoorbeeld) heeft overgedragen op grond van delegatie, mandaat of middels een volmacht. Die ambtenaar kan dan dus ook bindende toezeggingen doen.
Daarbij moet er tevens sprake zijn van een concrete, ondubbelzinnige toezegging waaraan ook echt verwachtingen ontleend kunnen worden. De lat wordt dus behoorlijk hoog gelegd.
Het bestuursrechtelijke vertrouwensbeginsel speelt een iets andere rol in het civiele recht, maar de burgerlijke rechter kijk er ongeveer op dezelfde wijze naar en gaat uit van de volgende criteria:
Wat als de Gemeente toezeggingen – ten onrechte - niet nakomt. Dan kun je naar de rechter stappen. In het algemeen ga je naar de bestuursrechter als je nakoming wilt door de Gemeente (van hetgeen werd toegezegd), terwijl de civiele route met name gericht zal zijn op het vergoed krijgen van de ontstane schade (middels een beroep op onrechtmatig handelen van de Gemeente).
Kortom, het is dus zeker zaak om je er goed van te vergewissen wie de toezegging doet en welk bestuursorgaan uiteindelijk beslissingsbevoegd is, alvorens op basis van de toezegging stappen te ondernemen.
Mandaru Legal Consultancy bv
06-55400242
www.mandaru.nl
Uit de bestuursrechtelijke rechtspraak volgt dat er voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel sprake moet zijn van “…een aan het bestuursorgaan – in ons geval Burgemeester, Gemeenteraad en/of College van B&W - toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezegging, gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend”.
De toezegging moet dus gedaan zijn door een daartoe bevoegd persoon of orgaan. Een dergelijk bevoegd persoon kan de Burgemeester of een wethouder zijn, tenzij het een kwestie betreft dat onder de bevoegdheid van de Gemeenteraad valt. Dan is de Raad bevoegd. Het kan ook zijn dat het bevoegde bestuursorgaan de bevoegdheid aan een ander (een ambtenaar bijvoorbeeld) heeft overgedragen op grond van delegatie, mandaat of middels een volmacht. Die ambtenaar kan dan dus ook bindende toezeggingen doen.
Daarbij moet er tevens sprake zijn van een concrete, ondubbelzinnige toezegging waaraan ook echt verwachtingen ontleend kunnen worden. De lat wordt dus behoorlijk hoog gelegd.
Het bestuursrechtelijke vertrouwensbeginsel speelt een iets andere rol in het civiele recht, maar de burgerlijke rechter kijk er ongeveer op dezelfde wijze naar en gaat uit van de volgende criteria:
- Is er sprake van concrete en individuele mededelingen door de gemeente aan de burger?
- Zijn deze toezeggingen gedaan door een hiertoe bevoegd persoon en hebben deze geleid tot gerechtvaardigde verwachtingen?
- Zijn deze toezeggingen voor de burger gedragsbepalend geweest en hebben zij geleid tot schade?
Wat als de Gemeente toezeggingen – ten onrechte - niet nakomt. Dan kun je naar de rechter stappen. In het algemeen ga je naar de bestuursrechter als je nakoming wilt door de Gemeente (van hetgeen werd toegezegd), terwijl de civiele route met name gericht zal zijn op het vergoed krijgen van de ontstane schade (middels een beroep op onrechtmatig handelen van de Gemeente).
Kortom, het is dus zeker zaak om je er goed van te vergewissen wie de toezegging doet en welk bestuursorgaan uiteindelijk beslissingsbevoegd is, alvorens op basis van de toezegging stappen te ondernemen.
Mandaru Legal Consultancy bv
06-55400242
www.mandaru.nl