“Waar gehakt wordt vallen spaanders” zo luidt een bekend spreekwoord. Het komt nogal eens voor dat tussen opdrachtgevers en aannemers discussie ontstaat over de kwaliteit van het (op)geleverde werk. Het is voor beide partijen uiterst vervelend als het resultaat uiteindelijk niet is geworden wat ervan werd verwacht. Gelukkig lost het zich in goed overleg vaak ook wel weer op, maar in een enkel geval lukt dat ook niet. Dan wordt de zaak vaak aan de rechter voorgelegd.
Zo ook in twee enigszins vergelijkbare gevallen waarin respectievelijk het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSE:2013:4907) en die te ’s-Gravenhage (ECLI:NL:GHDHA:2014:3432) om een oordeel werd gevraagd.
In beide kwesties (de ene over een gebrekkige tegelvloer en de andere over gebrekkig aangebrachte lateien) stond de vraag centraal of de aannemer een redelijke herstelmogelijkheid geboden had gekregen en zo niet, wat daarvan dan de gevolgen zijn.
De wet bepaalt namelijk dat een aannemer die slecht werk heeft afgeleverd, de schade moet vergoeden, nadat hij schriftelijk in gebreke is gesteld en geen gehoor heeft gegeven aan een redelijk voorstel van de opdrachtgever om de gebreken te verhelpen. De aannemer moet dus een redelijke herstelmogelijkheid krijgen.
Maar wat te doen als je als opdrachtgever absoluut geen vertrouwen meer in de aannemer hebt. Mag je dan de herstelwerkzaamheden opdragen aan een andere aannemer om vervolgens de daaraan verbonden kosten bij de oorspronkelijke aannemer in rekening te brengen?
Beide Gerechtshoven zijn daar heel duidelijk over. Nee, dat kan en mag niet….zomaar! Alleen als de aannemer niet op de herstelmogelijkheid ingaat of als blijkt dat het aangeboden herstel niet deugdelijk is, mag de opdrachtgever de aannemer negeren. In alle andere gevallen loopt de opdrachtgever het risico dat sprake zal zijn van schuldeisersverzuim. Niet de aannemer, maar de opdrachtgever zelf is dan in verzuim door het gebrekkige werk niet door de oorspronkelijke aannemer te laten herstellen.
De vordering van de opdrachtgevers in de beide zaken om de aanneemovereenkomst te ontbinden en de aannemer tot schadevergoeding te veroordelen, werd door beide Gerechtshoven ter zijde geschoven. De volledige aanneemsom moest worden betaald, terwijl de gebreken niet opgelost werden. En, als klap op de vuurpijl, kwamen de herstelkosten dus ook nog eens voor rekening van de opdrachtgevers zelf.
Voor een opdrachtgever is het van belang zorgvuldig te handelen indien sprake is van klachten over het (op)geleverde werk. Worden niet de juiste stappen gezet, dan kan er sprake zijn van schuldeisersverzuim, met alle gevolgen van dien.
Ook de dupe van een slecht uitgevoerde klus of wellicht slachtoffer van een niet betalende opdrachtgever, neem dan vrijblijvend contact op.
Mandaru Legal Consultancy bv
06-55400242
www.mandaru.nl
In beide kwesties (de ene over een gebrekkige tegelvloer en de andere over gebrekkig aangebrachte lateien) stond de vraag centraal of de aannemer een redelijke herstelmogelijkheid geboden had gekregen en zo niet, wat daarvan dan de gevolgen zijn.
De wet bepaalt namelijk dat een aannemer die slecht werk heeft afgeleverd, de schade moet vergoeden, nadat hij schriftelijk in gebreke is gesteld en geen gehoor heeft gegeven aan een redelijk voorstel van de opdrachtgever om de gebreken te verhelpen. De aannemer moet dus een redelijke herstelmogelijkheid krijgen.
Maar wat te doen als je als opdrachtgever absoluut geen vertrouwen meer in de aannemer hebt. Mag je dan de herstelwerkzaamheden opdragen aan een andere aannemer om vervolgens de daaraan verbonden kosten bij de oorspronkelijke aannemer in rekening te brengen?
Beide Gerechtshoven zijn daar heel duidelijk over. Nee, dat kan en mag niet….zomaar! Alleen als de aannemer niet op de herstelmogelijkheid ingaat of als blijkt dat het aangeboden herstel niet deugdelijk is, mag de opdrachtgever de aannemer negeren. In alle andere gevallen loopt de opdrachtgever het risico dat sprake zal zijn van schuldeisersverzuim. Niet de aannemer, maar de opdrachtgever zelf is dan in verzuim door het gebrekkige werk niet door de oorspronkelijke aannemer te laten herstellen.
De vordering van de opdrachtgevers in de beide zaken om de aanneemovereenkomst te ontbinden en de aannemer tot schadevergoeding te veroordelen, werd door beide Gerechtshoven ter zijde geschoven. De volledige aanneemsom moest worden betaald, terwijl de gebreken niet opgelost werden. En, als klap op de vuurpijl, kwamen de herstelkosten dus ook nog eens voor rekening van de opdrachtgevers zelf.
Voor een opdrachtgever is het van belang zorgvuldig te handelen indien sprake is van klachten over het (op)geleverde werk. Worden niet de juiste stappen gezet, dan kan er sprake zijn van schuldeisersverzuim, met alle gevolgen van dien.
Ook de dupe van een slecht uitgevoerde klus of wellicht slachtoffer van een niet betalende opdrachtgever, neem dan vrijblijvend contact op.
Mandaru Legal Consultancy bv
06-55400242
www.mandaru.nl